Malevitsj werd geboren in de buurt van Kiev, Oekraïne. Zijn ouders, Seweryn en Ludwika Malewicz, waren Pools. Zijn vader was de manager van een suikerfabriek. Kazimir was oudste van veertien kinderen. Zijn familie verhuisde regelmatig en hij bracht het grootste deel van zijn jeugd in de dorpen van de Oekraïne naast suikerbiet plantages door, ver van de culturele centra.
Tot zijn 12e of 13e wist hij niets van de professionele kunstenaars, hoewel de kunst van de boeren hem in zijn kinderjaren had omgeven. Hij was verrukt van het boerenborduurwerk, en van de bewerkte muren en fornuizen. Zelf kon hij in de boerenstijl schilderen. Hij studeerde schilderen in Kiev van 1895 tot 1896. In 1904, na de dood van zijn vader, vertrok hij naar Moskou. Hij studeerde hier van 1904 tot 1910 aan de Hogeschool voor Schilderkunst, Plastiek en Architectuur. In dat laatste jaar nam hij ook deel aan de avant-gardistische tentoonstelling Ruiten Boer.
Oorspronkelijk vertoonde Malevitsj' werk impressionistische en symbolistische kenmerken, maar na 1910 koos hij voor een geometrische vormontleding, die hij combineerde met een lyrisch kleurenbeeld en die zou leiden tot de bekende futuristische figuratie van de kunstenaar. Zijn kegel- en cilindervormige figuren vinden we terug bij de Franse Fernand Léger, die rond dezelfde tijd leefde en werkte.
Rond 1915 definieerde Malevitsj zijn werk als het Suprematisme, als "de absolute macht van de beeldende expressie". Malevitsj: "Onder suprematisme versta ik de suprematie van de zuivere ervaring in de beeldende kunst". In 1915 neemt hij deel aan de 0,10-tentoonstelling in Sint-Petersburg. Malevitsj liet er een grote hoeveelheid volledig abstracte schilderijen zien, waaronder het Zwart vierkant. De werken vormden een radicale breuk met wat de toeschouwers ooit gezien hadden. Publiek en critici zijn dan ook verbijsterd.
In 1919 gaf Malevitsj les aan de Volkskunstschool in Vitebsk, waar hij samen met een aantal collega-docenten en leerlingen zijn gedachtegoed verder uitwerkte in de kunstenaarsvereniging Unovis. Later zou dit in Petrograd voortgezet worden in het instituut Ginchoek.
Met zijn theoretiserende opvattingen kwam hij terecht in de architectuur en de industriële vormgeving en aldus belandde hij ten slotte, in 1927, te Berlijn bij het Bauhaus, om zijn verhandelingen te publiceren op de 'Berliner Große Kunstausstellung'.
Na de ommezwaai in de officiële sovjetkunstpolitiek, na 1928, werd het werk van Malevitsj als 'decadent' geklasseerd. Hierna ontstonden min of meer figuratieve schilderijen die als thema het boerenleven hadden, opgebouwd uit heel elementaire vormen. In zijn laatste jaren raakte hij gefascineerd door het Renaissance-portret; er ontstonden toen uitgebalanceerde portretten, o.a. van hem zelf en van zijn vrouw.
Malevitsj wilde dat zijn as onder een eik in de kunstenaarskolonie Nemchinovka zou worden bijgezet. Hij kwam graag in dit dorp op de rand van Moskou. De eik en het abstracte monument met de as van de schilder zijn later spoorloos verdwenen. Op de met moeite teruggevonden plek werden in 2013 appartementen gebouwd.
Bron: Wikipedia